Stichtelijke gezangen, op de beste Italiaansche, en eenige in dien smaak nieuwgemaakte zangwijzen; bij verscheidene gelegenheden gedicht. 2e verbeterde druk. Amsterdam, J. Covens en Zoon, 1794. Met privilegie. [3 delen met doorlopende paginering en signering] [Gebonden met:] Stichtelijke gezangen; op nieuwgemaakte zangwijzen, in den besten Italiaanschen smaak. IV. deel. Amsterdam, Johannes Covens en Zoon, 1787. [en met:] Zangwijzen van stichtelijke gezangen, bij verscheidene gelegenheden gedicht

De hervormde predikant Schutte (Diepenheim 1708 – Amsterdam 1784) was een van de belangrijkste religieuze dichters uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Zijn liedbundels verschenen tussen 1762 en 1765 in drie delen en zijn herhaaldelijk herdrukt. Na zijn dood verscheen in 1787 nog een vierde deel. De muziek bij de liederen werd afzonderlijk uitgegeven met voor elk lied muzieknotatie voor de zangstem en de becijferde bas (basso continuo). Rudolf Rasch: Het eerste deel blijkt gedeeltelijk terug te gaan op canzonetten van Willem de Fesch, het tweede deel is gecomponeerd door Leonhard Frischmuth, het vierde deel door Johann Andreas Kauchlitz Colizzi. De muziek van het derde deel is anoniem; wellicht is die bijeengesprokkeld uit verschillende bronnen. De hier aangeboden tweede druk uit 1794 – in 1787 waren de vier delen voor het eerst in één bundel uitgegeven – bevat alle liederen met bijbehorende muziek. Het voorwoord dateert van 1782. In dat jaar verschenen de gezangen voor het eerst op klein octavoformaat, met weglating van het voor- en nawerk en van de baslijn in de muzieknotatie. Dat alles om de papierkosten te drukken en de gezangen voor minvermoogende verkrijgelijker te maaken.