Emblem book 1668 | De gekroonde berymde policy, zijnde het eerste deel der Meysterlijke Werken, bestaende in Hemelsche, en Aerdsche gedagten (…), Utrecht Johannes Ribbius 1668, (30)+100 pp.
Tekst in gekroond kader, met onderaan steeds een korte spreuk die de bovenstaande tekst duidt, zoals ‘Tyrannen zijn Gods vloek’ en ‘ Peeper kap, en kalck, deckt menigh schalck’ . Tekst voornamelijk in Nederlands maar veelal met enkele regels Latijn.
De frontispice zet Meyster neer als geleerde dichter die zowel het aardse (kluchten, spelen, liefdesgedichten, satiren) als het hemelse (religieuze poezie, morele lessen) beheerst. De banderollen met titels tonen de veelzijdigheid van zijn werk. Naast de banderollen liggen open boeken. Onderin de spreuk Carmina invenient iter. Sene: Latijn naar Seneca: ‘ Gedichten zullen hun weg vinden’. Op de banderollen: Cruis-leer, Key-klucht, Land-spel, Aeloutheyd, Gerymde Reen, Nimmer-dor, Herts-tochten en Zend-Brieven.
Het portret van Meyster toont lange krullende haren, een snor en een klein sikje. Rijk gedetailleerd 17e eeuws kostuum met kanten kraag. Linksonder een cartouche met ESR (Everardus Meyster) en latijnse tekst onderaan: MUSA VETAT MORI, “De muze verbiedt te sterven.” De dichter blijft onsterfelijk door kunst en poëzie. Gevolgd door enkele Latijnse regels die Meyster prijzen als dichter, waarin hij zelfs met Orpheus en Apollo wordt vergeleken. Onderaan de naam R. Keuchenius.