[Diverse documents, Theology, 1833] Dossier over het ontslag van de pastoor van Paulus Polder (gem. Stoppeldijk, Zeeuws Vlaanderen), L. van den Ende, 1833. Manuscript, 5 stukken, 10 pag.
In november 1832 schreef de burgemeester van Stoppeldijk aan de directeur-generaal voor de R.K. eeredienst in ‘s-Gravenhage, dat pastoor Van den Ende een onzedelijke handelwijze had en verzoekt intrekking van diens benoeming. Het ‘onzedelijke’ bleek te bestaan uit hebzucht en gierigheid, althans dat waren de nadergenoemde feiten: de inkomsten van de kerk in privé-zak, meerdere keren dezelfde kaarsen verkopen etc. Dit werd ook gerapporteerd aan de bisschop en enkele pastoors uit de omgeving konden de klachten onderschrijven. In oktober 1833 werd bij de vice-superior der Nederlandse legatie, Antonucci aangedrongen op haast want Van den Ende was begonnen de armlastige parochianen te bedelen, zogenaamd uit eigen zak. Men verzocht de onderpastoor van Hulst, J.F. Janssen in zijn plaats te benoemen. Op 14-10-1833 benoemde Antonucci inderdaad een nieuwe pastoor. Toen deze in Paulus Polder kwam bleek dat Van den Ende de pastorie niet wilde verlaten. Eene C. van Trappen uit P.P. rapporteert dit aan advocaat Van Deinse te Hulst. Van den Ende had gezegd ‘dat hij geen kwajongen is en niet wil vertrekken voor hij zijn Koninklijke permissie kreeg van de heer Piersser.’ Van Trappen verzocht Van Deinse om juridische stappen opdat de pastorie vrij komt. Dit dossier komt w.s. uit de nalatenschap van Van Deinse.
SKU: 29922
€ 245,25 (€ 225,00 ex. btw)