Leven der Nederlandsche dichteren en dichteressen, uitgegeeven door het genootschap, ter spreuke voerende: Kunst wordt door arbeid verkreegen. Deel I. Leiden, C. van Hoogeveen jr. en C. Heyligert, 1782.

In 1772 had het letterkundig genootschap 'Kunst wordt door arbeid verkreegen' het 'Panpoëticon Batavum' aangekocht. Dat was een kabinet gevuld met 327 geschilderde portretjes van Nederlandse dichters en dichteressen, ooit opgezet door de Amsterdamse schilder Arnoud van Halen (1673 – 1732) en later voortgezet door Michiel de Roode (1685 -1771). Het bezit van al die portretjes bracht het KWDAV-bestuur op de gedachte de leden biografieën te laten schrijven van de belangrijkste Nederlandse poëten. Daartoe werden vanaf 1776 prijsvragen uitgeschreven, waarin steeds vier dichters werden opgegeven waaruit men een keus kon maken. Het project werd echter geen succes: het is gebleven bij dit ene deel, dat de levensbeschrijvingen bevat van Marnix van St Aldegonde (auteur Johannes Prins) en van Feitama en Hoogvliet, beide door Jan de Kruyff vervaardigd.