Gedichten. Haarlem, A.C. Kruseman, 1859.

De eerste bundel gedichten die Adriaan Bogaers (Den Haag 1795 – Spa 1870) voor het grote publiek liet verschijnen. Tot dan toe had de Rotterdamse rechter zijn werk alleen voor vrienden laten drukken. Dat betrof onder meer het grote verhalend gedicht 'De Togt van Heemskerk naar Gibraltar' (1835) en een bundel 'Balladen en Romancen' (1846). Bogaers werd wel een kwekeling genoemd van Hendrik Tollens, de uiterst populaire dichter met wie hij zijn leven lang intiem bevriend is geweest, maar volgens Beets en anderen had zijn poëzie meer artistieke kwaliteit dan die van zijn stadgenoot. De handelseditie kwam echter te laat. Enschedé: 'Hij beging de groote fout, zijn werk voor het publiek eerst verkrijgbaar te stellen, toen dat publiek door oververzadiging, of door een andere richting des geestes, voor de zangerige uiting der poëzie den smaak verloren had. Voor Kruseman betekende het dat hij op deze en andere uitgaven van Bogaers fors moest toeleggen.