De togt van Heemskerk naar Gibraltar in 1607. Dichtstuk in drie zangen. Amsterdam, S. de Grebber, 1837.

Blijkens het voorwoord had de letterkundige Van Goethem (Kampen 1804 – Maartensdijk 1853) zijn dichtstuk in 1828 ingezonden in antwoord op een prijsvraag van de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Letteren. Geen van de zeven inzendingen werd toen een bekroning waardig geacht. In 1835 gaf de Maatschappij de tocht van de Nederlandse zeeheld Jacob van Heemskerk opnieuw op als onderwerp en weer waren er zeven inzendingen. Ditmaal was er wel een winnaar: Adriaan Bogaers. Van Goethem zegt die tweede keer niet te hebben meegedongen, maar hij besloot toch zijn werkstuk na grondige herziening te publiceren. Later, in 1848, werd hetzelfde onderwerp nog eens in een groot gedicht behandeld door Hendrik Arnold Meijer.