De Haagsche Correspondent. Te bekomen bij Klaas Momus, meesterknegt van P. Gosse Junior. [Den Haag], Pierre Gosse Junior, [1786-1787]. [2 delen]

Het satirisch weekblad ‘De Haagsche Correspondent’ is gedurende anderhalf jaar in Den Haag verschenen, ongeveer – de 89 afleveringen zijn niet gedateerd – van begin april 1786 tot eind september 1787, dus in de periode dat de strijd tussen patriotten en prinsgezinden op zijn felst was. Uitgever was de uitgesproken orangist Pierre Gosse Junior (1718 – 1794), maar toch is het weekblad niet eenvoudig te plaatsen: de anonieme schrijver die zich bedient van het pseudoniem Klaas Momus richt zijn pijlen niet alleen op patriotse kopstukken, maar ook op oranjemannen als Le Francq van Berkheij en drijft af en toe ook de spot met de Tedergeliefde (stadhouder Willem V). Met de verschijning van het eveneens satirische weekblad ‘Janus’ op 1 januari 1787 kreeg ‘De Haagsche Correspondent’ er een grote concurrent bij. Lang hebben de twee uitstekend geschreven bladen elkaar niet in het vaarwater kunnen zitten, want al op 20 augustus 1787 verscheen ‘Janus’ voor het laatst en een maand later was het ook met ‘De Haagsche Correspondent’ gedaan.

Met ex libris van V.R.S. van Marle, kunsthistoricus en schrijver geboren in Den Haag op 28 juni 1887, overleden november 1936 te Perugia.