[Printed publiation 1783, Arnhem, Van Riemsdijk] `Voorwaarde op welken men aan konst minnaren aanbied om bezitters te worden van vier schoone keurige konst plaaten.’ Gedrukte brochure; 8(: 4 p.

Toen het kerkhofterrein ten noorden van de Grote Kerk in 1782 was verkocht moesten de doden op een terrein buiten de Velperpoort worden begraven. De magistraat deed dit om de gevaarlijke en besmettelijke dysenterie uit te bannen. Het besluit werd op 2 augustus 1783 aangekondigd. Vooral de bepaling dat de diaconiedoden op zo’n respectloze buitenplaats begraven moest worden, wekte de woede van veel Arnhemmers op.

Twee dagen lang liepen honderden mensen te hoop tegen het besluit. Het college was verdeeld maar het besluit werd niet ingetrokken. De magistraat zette op 3 augustus 1783 de schutters van de burgercompagnie i.p.v. het garnizoen in om de gemoederen te bedaren. Op 4 augustus 1783 werd de vrouw van een onderofficier die aan dysenterie was overleden met groot machtsvertoon onder begeleiding van 16 ruiters te paard en een compagnie infanterie naar de nieuwe begraafplaats gebracht.