Aanspraak van den acteur C. Passé aan het Amsteldamsch publiek; gedaan uit naam der acteurs en actrices des Amsteldamschen Schouwburgs, na het derde tooneelstuk dat hen was toegestaan ten hunnen voordeele, op gemelden schouwburg, te vertoonen. [Amsterdam], [z.n.], [1782].

Ter aanvulling van hun niet al te ruime gages mochten acteurs en actrices jaarlijks één of meer benefietvoorstellingen geven waarvan de recette onder elkaar werd verdeeld. Carel Passé (1741 – 1790), die na het overlijden van Jan Punt in 1779 in Amsterdam de heldenrollen speelde, prijst in zijn dankwoord de kunstlievende Amstelaren om hun vrijgevigheid. In een voetnoot wordt vermeld dat de eerste benefietvoorstelling van dat jaar meer dan f 1500 had opgebracht, byna zonder voorbeeld. Die avond werden twee stukken van Nomsz opgevoerd, 'Zoroaster' en 'De Doggersbankers'; dat moeten dus echte publiekstrekkers zijn geweest.