Feith, Rhijnvis

Oden en gedichten. Amsterdam, Johannes Allart, 1796-1809 [deel 1 t/m 4] en Haarlem en Zwolle, F. Bohn en D. van Stegeren, 1814 [deel 5]

Aanvankelijk was het Feiths bedoeling zijn verspreide lierzangen, hoofdzakelijk verschenen in de werken van de dichtgenootschappen waar hij lid van was, te verzamelen in een 3-delige bundel. In het voorwoord van het derde deel luidt het dan ook: Het is niet waarschijnlijk, dat ze immer door een vierde Deel opgevolgd zullen worden, daar ik van deze soort van Poëzij voor altijd afscheid genomen heb. Het eerste deel opent met een toewijding aan zijn kunst- en hartsvriend Jan de Kruijff (1753-1821). Alle gedichten zijn gedateerd omdat ze volgens de dichter anders niet goed te begrijpen zijn; dat geldt echter vooral die met een politieke (patriottische) lading en niet zo zeer die met een godsdienstig of stichtelijk karakter en dat zijn de meeste. In 1809 verschijnt er toch nog een vierde deel bij Allart, volgens Feith vooral op aandringen van de letterkundigen M.C. van Hall en J. de Vries, en in 1814 zelfs nog een vijfde, opgedragen aan koning Willem I, bij de uitgevers François Bohn in Haarlem en D. van Stegeren in Zwolle. Dat deel eindigt met een gedicht op zijn vrouw Ockje Groeneveld, die het jaar daarvoor op 66-jarige leeftijd op hun landgoed Boschwijk was overleden. Het portret voorin het eerste deel is volgens Feith zelf het best gelijkende dat van hem is gemaakt. Nog in datzelfde jaar 1814 kwam de Zwolse uitgever H. Doijer na aankoop van de rechten met een nieuwe vijfdelige uitgave.

 245,25 ( 225,00 ex. btw)

In stock

 

SKU: 7537 Categories: ,
Product type: Books